MAANDAG 27 APRIL

Dag beste leerlingen (en ouders). Hopelijk hadden jullie een goed weekend. We starten met onze tweede week lesjes in huis ...

LES 1: OPTELLEN TOT 100 MET BRUG

Opdracht 1: bekijk het eerste instructiefilmpje op deze LINK

Opdracht 2: we proberen thuis aan de slag te gaan met grote getallen. Heb je nog de blokken, knikkers, rijst, … liggen van vrijdag? Probeer er 5 grote optellingen MET BRUG mee te maken en schrijf ze erbij.
Kijk naar het voorbeeld

Ik leg eerst de oefening. Ik gebruikte vaatwastabletten. Dat doen jullie best niet, want dat is gevaarlijk voor kinderen ...

Ik leg eerst nog een rij van tien erbij, dus 48 + 10 = 58. Ik splitste 17 dus in 10 en 7. Ik heb nog 7 over. Die leg ik er bij. Ik wil weer een rijtje van 10 (een tiental). Ik kan twee tabletjes bij 8 leggen (er staat een rechthoekje rond). Er blijven nog 5 eenheden over om er bij te tellen. 
48 + 17 = 48 + 10 + 7 = 58 + 7 = 65. Dit is uiteraard nog eens heel lang uitgelegd. Jullie bezorgen enkel 2 foto's per bewerking, dus 10 foto's in totaal ...

Opdracht 3: net zoals bij de tafels vorige week staat er een reeks van 20 oefeningen klaar. Jullie krijgen meteen je punten te zien als je klaar bent. Veel succes

LES 2: ARME OF RIJKE TEKST

Opdracht 1: neem bladzijde 90 van je leesboekje. Leerlingen die hun boekje niet bij hebben, kunnen hieronder kijken (klik om groter te maken). Lees beide teksten die bij de tekeningen staan ...

Wat merk je nu op? 

Welke tekst heeft je meer info gegeven?

Welke tekst was aangenamer om te lezen?

Opdracht 2: Hieronder staan 5 zinnen. Maak ze rijker … Zeg een 'rijkere' zin aan mama of papa of de persoon die jou aan het begeleiden is. Schrijf je ze liever op? Geen probleem. Doe maar!

Een voorbeeldje:

ARM: De school is dicht.

RIJK: Onze grote school is dicht door het coronavirus.

Merk je het verschil? Ik heb twee keer gezegd dat de school dicht is, maar door de rijke zin weet je waarom ...

HET IS AAN JULLIE!

1. Zita zit thuis

2. Abdul is slim.

3. Meester zegt hallo.

4. Adam helpt mama.

5. Juf Saskia is mooi.

Je kan de zinnen dus rijker maken door woorden toe te voegen of een stuk zin bij te voegen.

Opdracht 3: neem bladzijde 48 en 49 van je taalschrift (kip). Bij oefening 1 zie je opnieuw een arme en een rijke tekst. Er staat dat je het moet bespreken met je buur. Daarmee bedoelen ze je buur in de klas. Dat zal dus niet lukken … Vertel het aan mama of papa waarom de tweede tekst rijker is. Bij oefening 2 krijg je de arme zinnen cadeau. Jullie schrijven er een rijke zin naast. Wat doen we eerst voor we in ons schrift schrijven? INDERDAAD, DE ZIN EERST OP EEN KLADBLAD SCHRIJVEN! 

Opdracht 4: oefening 3 is niet verplicht. Ze vragen om een verhaal te schrijven bij de prenten. Denk er aan om rijke zinnen te gebruiken! Toon wat je vandaag hebt geleerd (hopelijk). Oefening 4 is een vervolg op oefening. Die maak je dus enkel als je oefening 3 maakte. 

Ook deze week zijn er extra oefeningen voor de ijverige leerlingen onder ons. Voor een dagtaakje klik je HIER. 

Wie graag nog een leestaakje zou doen, kan HIER klikken.

Enkel de lessen 1 en 2 (zie boven) zijn verplicht. De andere zijn vrijblijvend.